Categorieën
Columns

Puinruimen kost aanzienlijk meer

Tekst interview met Mr Van den Assem, gepubliceerd in Altena Business (2014)

Advocaat Hans van den Assem: “Soms is een simpel telefoontje naar mij al voldoende”

Een gesprek met de in Werkendam terugkerende advocaat Hans van den Assem laat zich niet zo eenvoudig vertalen. We praten honderduit over zijn fascinatie voor wetenschap, historie en cultuur. Zijn aanstekelijke eruditie laat je als journalist makkelijk afleiden van waar dit interview toch feitelijk over moet gaan. Namelijk; wat kan de binnenkort weer in Werkendam gevestigde advocaat betekenen voor het regionale bedrijfsleven?

Van den Assem is zeker geen groentje. Hij is al meer dan 30 jaar advocaat, waarvan de laatste vijftien jaar met name voor het bedrijfsleven. In juli keert Hans weer terug naar zijn ‘roots’ zoals hij dat zelf, niet zonder pathos, graag zegt. Zijn kantoor in Breda ruilt hij in voor een kantoor in Werkendam hoogstwaarschijnlijk aan de Pompstraat. Overigens werkte Hans al eerder, van 1992 tot 2010, als advocaat op deze locatie. Werkendam en het Land van Altena liggen hem na aan het hart. “Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in bedrijfsmatige processen. Het zakenleven in Altena spreekt mij aan. Er heerst een sfeer van aanpakken, creatief ondernemen en ook een zekere nuchterheid. Zo’n type advocaat ben ik zelf ook. Laagdrempelig. Als je mij belt begint de teller niet gelijk te lopen.”

Thuis in techniek

Zijn technische achtergrond is zeker een pré voor deze aimabele routinier. ”De meeste advocaten en rechters zijn alfamannetjes, of vrouwtjes. Ik ben meer een beta- type. Daardoor begrijp ik beter hoe een ondernemer denkt in de maakindustrie. Dat is een voordeel als je mij inschakelt. Ik kan dat ook weer vertalen naar de rechtbank. De meeste rechters hebben geen verstand van technische bedrijven. Ik wel. Ik weet hoe je een kade moet bouwen, wat er omgaat in de voedingsindustrie of wat de laatste ontwikkelingen zijn in de transportwereld. Zo heb ik eens een aanvaring op de rivier te behandelen gekregen tussen de restanten van een kade die nog in de bodem van de rivier stonden en een schip dat daar tegenaan voer doordat het zich niet hield aan de betonning die daar was aangebracht. Ik heb in het verleden ook veel letselschade zaken gedaan in verband met verkeersongevallen waarbij je moet berekenen hoe krachten gewerkt hebben en hoe de snelheid, de tijd en de afgelegde weg zijn geweest. Dan praat je over mechanica en natuurkundige wetten.

Kortom, Hans van den Assem Advocatuur lijkt met zijn praktijk in Werkendam goed op zijn plaats te zitten. Altena kent immers veel bedrijven in de transport, de bouw en de scheepsbouw. Volgens hem schakelen bedrijven vaak te laat een advocaat in. “Als er een conflict dreigt moet je mij gelijk bellen. Soms is een adviesje van vijf minuten aan de telefoon al voldoende om een (juridische) gigapuinhoop te voorkomen; het opruimen van zo’n puinhoop kost aanzienlijk meer.” Ondernemers moeten meestal een “drempel” over naar alles wat buiten hun core business ligt, zoals het vragen van advies aan een advocaat. Misschien is het de angst dat je dan meteen een fikse rekening krijgt. Inderdaad, bij sommige advocaten gaat je eerste telefoontje meteen op de rekening. Bij mij niet. Bovendien zijn mijn tarieven concurrerend. Lager dan bij de grote kantoren. Ik ben ook een aardige vent. Je kunt goed met me praten, en zelfs een beetje lachen want is humor niet de smeerolie van het leven? Een klant van vroeger belde me pas weer eens op omdat hij me nodig had voor een zaak. Hij zei: ”Hans ik vind het niet leuk om je te moeten bellen want dat betekent dat ik een probleem heb, maar ik vind het wel leuk om weer eens met je te praten.” 

Praktisch denken

Van den Assem is als advocaat gespecialiseerd in het bedrijfsleven. Alle mogelijke conflicten waar een bedrijf mee te maken krijgt worden door hem aangepakt. Incassozaken, arbeidsrecht, overeenkomsten, huurkwesties, koop-verkoop zaken, merkinbreuk, je kunt het zo niet bedenken of Van den Assem heeft er mee te maken gehad. Geruchtmakende zaken die hij in het verleden gewonnen heeft zijn er talloze, al behoort het tot zijn beroepseer om niet met namen van cliënten te gaan pronken. Na enig aandringen geeft Hans ons toch wat zaken prijs: “Ik heb eens een zaak gedaan waarbij een net nieuw gebouwd kantorencomplex op instorten bleek te staan. De aannemer – mijn cliënt – ging niettemin vrijuit omdat ik na veel gehakketak en technisch onderzoek kon aantonen dat de constructieberekeningen door de constructeur niet correct waren uitgevoerd. Ik heb een keer ten behoeve van een cliënte met succes een beroep op overmacht gedaan toen een drijvend ponton met daarop materiaal en materieel ten gevolge van een plotseling opgekomen extreem zware storm kapseisde. Het bijzondere was hierbij dat mijn cliënt ondanks waarschuwingen voor slecht weer geen maatregelen had genomen. Je moet je echter niet vergissen zegt Hans: het is natuurlijk best enerverend om conflicten uit te vechten voor de rechter en dat levert dan mooie en vaak spannende verhalen op, maar beter is natuurlijk om die conflicten te voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door afspraken die bedrijven onderling maken goed en degelijk vast te leggen in overeenkomsten. Beide partijen weten dan waaraan ze zich te houden hebben. Een belangrijk deel van mijn werkzaamheden bestaat uit het maken van contracten, waarin de “risicomomenten” in de samenwerking tussen de contractspartijen worden onderkend en geregeld. Vaak kunnen bovendien reeds ontstane conflicten worden opgelost door overleg. Een belangrijk deel van mijn taak als advocaat bestaat uit het onderhandelen dat ik voor mijn cliënten doe. Een creatief denker noemt van den Assem zichzelf. Out of the box. “Ik zit niet vast aan ingesleten patronen. Door slimme afspraken te maken kun je negatieve aspecten compenseren. Ik bekijk een zaak praktisch. Ook buiten het recht kun je problemen oplossen. Bedrijven weten vaak niet wat er allemaal mogelijk is.”   

Tips van Hans:

1. Zorg dat je als bedrijf je algemene voorwaarden juridisch op orde hebt. Deze voorwaarden maken doorgaans de juridische positie van je bedrijf sterker. Meestal zit er ook een beding in dat je aansprakelijkheid beperkt voor als het een keer misloopt., hetgeen een van de meest belangrijke bepalingen is. Zie verder tip 2!

2. Als je als bedrijf algemene voorwaarden hebt moet je er natuurlijk wel voor zorgen dat deze ook van toepassing worden op de overeenkomsten die het bedrijf afsluit. Over dit onderwerp is veel te vertellen. Als vuistregel kan worden aangehouden dat de voorwaarden in elk geval van toepassing zijn als deze vóór of tijdens het sluiten van de overeenkomst aan de andere partij (bewijsbaar) zijn overhandigd. Het enkel op de achterzijde van facturen afdrukken van de voorwaarden wat wel eens wordt gedaan is meestal onvoldoende.

3. Voorkomen is beter dan genezen. Ga bij een conflict niet zelf aan de slag, maar schakel een advocaat in om te voorkomen dat je juridisch je eigen glazen in gooit. Dat laatste kost meestal geld en is bovendien soms moeilijk te “repareren”

4. “Wie schrijft die blijft!”. De meeste juridische procedures tussen bedrijven worden verloren omdat afspraken die zijn gemaakt niet goed zijn vastgelegd en daardoor niet bewezen kunnen worden. Bevestig dus afspraken schriftelijk (per e-mail bijvoorbeeld), zorg voor getekende overeenkomsten, leg de inhoud van vergaderingen vast in notulen. Het uitgangspunt hierbij is “beter teveel dan te weinig”. Niets is zo frustrerend dan om een zaak te verliezen als je weet dat je gelijk hebt maar het niet kunt bewijzen.   

Dit interview werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. Wat de hierin vervatte juridische informatie betreft: deze is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist.

Categorieën
Columns

Covid 19: kan dit overmacht opleveren?

De effecten van de Covid 19 pandemie zijn immens. De vraag die ik de laatste tijd vaak krijg is wat het effect hiervan is op contractuele verplichtingen die een ondernemer heeft tegenover zijn klanten?

Gevolg van Covid 19 kan zijn dat uw toeleverancier niet (tijdig) levert. Mogelijk gevolg is dat u uw klanten niet (tijdig) kunt beleveren. Voor de schade die uw klanten hierdoor lijden bent u in beginsel aansprakelijk tenzij u zich kunt beroepen op overmacht.

De wet zegt – kort samengevat – dat wanneer u een verplichting niet kunt nakomen, u daarvoor niet aansprakelijk bent, als u daaraan geen schuld heeft en bovendien dit niet nakomen krachtens de wet, rechtshandeling, of in het verkeer geldende opvattingen voor uw rekening komt. Dit is dus een wijds begrip en de vraag of in een concreet geval sprake is van overmacht wordt mede bepaald door de omstandigheden van dat geval.

U kunt in uw contracten met uw afnemers de gevallen waarop u zich op overmacht kunt beroepen uitbreiden. Dit gebeurt doorgaans door daarover in uw algemene (verkoop)voorwaarden of in het contract zelf bepalingen op te nemen. Vaak worden bijvoorbeeld als overmacht opleverende omstandigheden genoemd oorlog, natuurrampen, overheidsmaatregelen, het niet nakomen door uw toeleverancier van zijn verplichtingen, waaraan vaak nog wordt toegevoegd “ en alle van buiten komende oorzaken die buiten de redelijke controle van het bedrijf liggen”. Dit vergroot de gevallen waarin u zich op overmacht kunt beroepen. Het is niettemin de vraag of een pandemie als Covid 19 onder dit soort algemene terminologieën kan worden geschaard. Gezien de omvangrijke maatschappelijk impact die de crisis heeft zal dit afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval te verdedigen zijn. 

Het is derhalve verstandig om na te gaan of uw algemene voorwaarden en uw contracten “op orde zijn”. Het is verder verstandig om, wanneer u voorziet dat de corona crisis u wel eens voor leveringsproblemen kan plaatsten een specifieke bepaling op de te nemen in uw contracten met uw afnemers, waarin nadrukkelijk een pandemie als Covid 19 als overmachtsomstandigheid wordt benoemd.

In het bovenstaande zijn slechts voor algemene informatiedoeleinden bepaalde aspecten van het begrip overmacht belicht. Niet kan worden gegarandeerd dat deze van toepassing zijn op een specifieke situatie. U dient zich steeds vooraf te laten informeren door een advocaat of jurist voordat u handelt of beslist. Elke aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van deze informatie is uitgesloten.

Categorieën
Columns

Vleugels in het buitenland uitslaan? Let op!

U heeft in Nederland een goed lopend bedrijf. U produceert speciale producten die in Nederland erg gewild zijn. U ziet ook in het buitenland mogelijkheden om uw producten af te zetten. Hoe bestormt u de buitenlandse markt? U kent daar niemand, zodat u ter plaatse een persoon of organisatie wenst in te schakelen om deze markt te ontwikkelen. Er zijn daarvoor diverse juridische constructies denkbaar.

Zo is er de mogelijkheid van een distributieovereenkomst. U sluit dan een overeenkomst af met een bedrijf ter plaatse. Dit bedrijf koopt bij u de goederen in en verkoopt deze ter plaatse voor eigen rekening en risico. In zo’n overeenkomst dienen belangrijke zaken worden vastgelegd, zoals het rayon waarbinnen de distributeur gaat verkopen, de voorwaarden (targets) waaronder de distributeur exclusiviteit heeft, een regeling betreffende marketingondersteuning e.d..

U kunt ook een handelsagent aanstellen. U sluit dan met deze een zogenaamde agentuurovereenkomst af. Een handelsagent is zelfstandig. Zijn taak bestaat uit het bemiddelen bij het tot stand brengen van overeenkomsten tussen plaatselijke afnemers en uw bedrijf. Ook kan de handelsagent soms op uw naam overeenkomsten afsluiten met afnemers. Zijn beloning bestaat doorgaans uit een provisie over het orderbedrag van de orders die door zijn bemiddeling tot stand zijn gekomen. De wettelijke positie van een handelsagent verschilt per land. In de EU moet elke agentuurovereenkomst gebaseerd zijn op de EU-richtlijn 86/6535. De handelsagent geniet op basis daarvan een zekere bescherming. Zo heeft de handelsagent bij het einde van de overeenkomst in voorkomend geval recht op een klantvergoeding (goodwill).

U kunt natuurlijk ook een werknemer ter plaatse aanstellen die voor u probeert orders binnen te halen. Een dergelijk persoon wordt een handelsvertegenwoordiger genoemd die als werknemer in naam van uw bedrijf opereert. Doorgaans is op een dergelijke relatie – als de werknemer in het buitenland woont – het plaatselijk arbeidsrecht van toepassing. Dat kan op belangrijke onderdelen wezenlijk verschillen van het Nederlandse arbeidsrecht. Het is zaak dat u dit van tevoren goed in kaart brengt zodat u niet voor verrassingen komt te staan.

Uit het bovenstaande volgt dat er diverse mogelijkheden zijn om u op een buitenlandse markt te gaan bewegen. Al deze mogelijkheden hebben praktisch en  juridisch hun specifieke voor- en nadelen. Bij uw keuze en het opstellen van overeenkomsten op dit vlak ben ik u graag van dienst.

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist.

Categorieën
Columns

Het ongeluk en het kleine hoekje

Waar gehakt wordt vallen spaanders. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Iedereen kent deze uitdrukkingen. Als je als bedrijf hiermee wordt geconfronteerd dan kan dit vervelende en soms grote financiële consequenties hebben. Wat bijvoorbeeld als je aannemer bent, een verkeerde sterkte berekening maakt en er pas achter komt als het bouwwerk is gerealiseerd? Wat als je verkeerde componenten in motoren inbouwt en vervolgens na aflevering bij de klanten blijkt dat deze tot storingen leiden? De schade – en dan met name de gevolgschade – kan aanzienlijk zijn.

Er zijn verschillende instrumenten om te voorkomen dat je als bedrijf zelf voor dit soort schades opdraait. Het instrument bij uitstek zijn algemene leveringsvoorwaarden. In de meeste algemene voorwaarden zijn namelijk een of meer exoneratieclausules opgenomen. Dit zijn clausules die bepalen dat je tegenover de klant niet of slechts beperkt aansprakelijk bent voor dit soort schades. Met name wordt meestal de aansprakelijkheid voor gevolgschade uitgesloten. Een goede remedie dus, maar let er wel op: het hebben van algemene voorwaarden is niet voldoende! Deze voorwaarden dienen op de juiste manier met de klant te worden overeengekomen. Als vuistregel geldt dat algemene voorwaarden van toepassing zijn als deze vóór of bij het sluiten van de overeenkomst aan de klant zijn overhandigd. Je ziet wel eens dat de algemene voorwaarden worden afgedrukt op de achterzijde van facturen of dat pas bij facturen wordt verwezen naar algemene voorwaarden. Dit is te laat! Algemene voorwaarden zijn in feite (standaard) contractsbepalingen en je kunt een klant niet achteraf – nadat de overeenkomst met de klant al is afgesloten – nog eens confronteren met de algemene voorwaarden.

In het algemeen is het van belang dat een bedrijf een goede en vaste procedure heeft voor het afsluiten van overeenkomsten met klanten. Deze dient zodanig te zijn ingericht dat steeds de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Verstandig is ook dat in alle correspondentie die van het bedrijf uit gaat (op dit nu in hard copy of digitaal is) steeds in een voettekst wordt gewezen op het feit dat het bedrijf algemene voorwaarden hanteert. Ook het plaatsen van de complete tekst van de algemene voorwaarden op de website is een must.

Heeft u vragen over algemene voorwaarden en daaraan gerelateerde onderwerpen aarzel dan niet om contact met mij op te nemen. Ik ben u graag van dienst.

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist.

Categorieën
Columns

Is uw handelsnaam goed beschermd?

Wanneer u uw onderneming begint verzint u natuurlijk daarvoor een pakkende naam. Waarschijnlijk zult u ter bescherming deze naam bij het handelsregister als handelsnaam laten in schrijven. Biedt dit u echter voldoende bescherming?

De bescherming van uw handelsnaam is gebaseerd op de Handelsnaamwet. Nadat u uw handelsnaam bent gaan gebruiken is het anderen verboden dezelfde of een daarop gelijkende handelsnaam te gaan voeren als deze anderen op een vergelijkbare zakelijke markt actief zijn en als zij opereren in dezelfde regio als waar u actief bent. Daardoor zou immers verwarring bij het publiek kunnen ontstaan, met als gevolg dat die anderen klanten trekken die normaal bij u terecht zouden zijn gekomen. Aldus profiteren zij van de goede naam die u heeft opgebouwd en brengen zij uw onderneming in diskrediet.

Gebeurt dit dan ligt de bal bij u. U zult een procedure moeten voeren waarin u zult moeten bewijzen dat de handelsnaam van die ander verwarrend is voor het publiek. Dat kan erg lastig zijn en aanzienlijke kosten met zich mee brengen. 

Er is echter een betere methode om uw naam te beschermen en wel door deze als merk te deponeren. Als uw handelsnaam niet “beschrijvend” is en er geen andere partijen zijn die deze of een vergelijkbare naam eerder als merk hebben gedeponeerd voor vergelijkbare bedrijfsactiviteiten dan is dit een reële mogelijkheid.  U kunt ook uw logo of een combinatie van logo en naam als merk laten registreren. Het voordeel van een merk is dat het een veel bredere bescherming biedt dan de Handelsnaamwet, omdat het u exclusiviteit (monopolie) biedt op een aanduiding in relatie tot een specifiek product en/of dienst. Zo kan bijvoorbeeld ook uw bedrijfslogo worden beschermd en mag de ander geen producten op de markt brengen die bijvoorbeeld zijn voorzien van uw merk. De Handelsnaamwet biedt hiertegen geen bescherming. Als iemand zonder toestemming uw merk gebruikt dan is hier vanuit het merkenrecht vrij eenvoudig tegen op te treden en belandt u normaliter niet in een kosten verslindende procedure.

Hoe verkrijgt u een merk. Dat kan alleen door registratie. Als u beschermd wil zijn in de Benelux dan kunt u een Benelux-merk aanvragen. Wilt u een bredere bescherming bijvoorbeeld in de EU dan kunt u een EU-merk aanvragen. De kosten van een merkregistratie en het aanvragen daarvan zijn beperkt. U kunt het zelf doen maar beter is dat u zich daarin deskundig laat bijstaan. Dat voorkomt problemen.  Het is natuurlijk verstandig dat u bij het starten van uw onderneming nadenkt over het verkrijgen van een of meer merkregistraties. Bestaande ondernemingen kunnen echter ook gebruik maken van de mogelijkheden die het merkrecht biedt.

Heeft u vragen over het bovenstaande en daaraan gerelateerde onderwerpen aarzel dan niet om contact met mij op te nemen. Ik ben u graag van dienst.

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist. 

Categorieën
Columns

Kort geding: enkele kenmerken

Juridische procedures kunnen lang duren; maanden zo niet jaren. Soms kunnen geschillen niet zolang wachten op een beslissing. Denk bijvoorbeeld aan het geval dat een journalist dreigt een vernietigend artikel te publiceren over bepaald persoon of wanneer een partij kennis omtrent een productieproces heeft gestolen en met gebruikmaking hiervan goedkoop producten op de markt brengt, waardoor de marktpositie van de andere partij wordt uitgehold. Dit zijn spoedeisende kwesties omdat in het eerste geval de reputatie van de betrokkene persoon onherstelbaar kan worden beschadigd of die (in het andere geval) de betreffende partij in zijn voortbestaan kan bedreigen. In deze spoedeisende kwesties kan een kort geding uitkomst bieden. Een kort geding is een zelfstandige procedure, met als doel op korte termijn (soms binnen enkele dagen of korter) een voorlopige beslissing te krijgen, die vooruit loopt op de uitslag in een normale procedure (de bodemprocedure).  

Een kort geding wordt behandeld door de voorzieningenrechter. Omdat zijn beslissing  voorlopig is, is de rechter in de bodemzaak hieraan niet gebonden en deze kan dus uiteindelijk tot een ander oordeel komen. 

De voorzieningenrechter kan bijvoorbeeld aan de betreffende journalist een (voorlopig) publicatieverbod opleggen of (in het andere geval) de partij die de goedkope producten op de markt een (voorlopig) verbod opleggen om daarmee verder te gaan. Hij kan echter deze partijen bijvoorbeeld niet (definitief) veroordelen tot het betalen van schadevergoeding. 

De door de voorzieningenrechter opgelegde verboden – waaraan meestal een dwangsom is verbonden bij overtreding – gelden dan tot dat door de rechter in de bodemzaak een definitieve beslissing is gegeven. Meestal is echter een uitspraak in kort geding al voldoende om een geschil te beslechten, in die zin dat partijen zich neerleggen bij die uitspraak en afzien van het voeren van een bodemprocedure

Het voeren van een kort geding heeft zoals gezegd alleen maar zin als sprake is van een spoedeisend belang bij de eiser (zoals in bovenstaande voorbeelden). Is dat er niet dan zal de vordering worden afgewezen. De voorzieningenrechter kan de vordering ook afwijzen als een zaak te gecompliceerd is en hij daardoor – het is een korte procedure waarin geen ruimte is om getuigen of deskundigen te horen – geen goed oordeel kan geven. Hij verwijst partijen dan doorgaans naar de bodemprocedure.

Als het een zaak is die bij de rechtbank dient (dat hangt van de aard van het geschil af) behoeft alleen de eisende partij te worden bijgestaan door een advocaat. Is het een zaak die behoort tot de competentie van de kantonrechter (zoals huur- en arbeidszaken) dan heeft ook de eisende partij geen advocaat nodig. Niettemin is het steeds verstandig om u juridisch te laten bijstaan ook al bent u daartoe niet verplicht.

Tot zover in kort bestek enkele zeer algemene kenmerken van het kort geding. Mocht u vragen hierover hebben of met een spoedeisende kwestie worden geconfronteerd dan kunt u zich tot mij wenden.

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist.

Categorieën
Columns

Hoofdelijkheid

Wat is dat; wat is hoofdelijkheid of hoofdelijke aansprakelijkheid.
Hoofdelijkheid is een juridische begrip en wordt gebruikt bij prestaties waarvoor twee of meer partijen aansprakelijk zijn, zoals bijvoorbeeld de terugbetaling van een lening. Bij hoofdelijkheid kan de crediteur van elk van deze partijen betaling eisen van het gehele schuldbedrag (met dien verstande dat de crediteur natuurlijk geen recht heeft op meer dan het schuldbedrag).

De wet bepaalt dat als er een prestatie is waarvoor meer partijen schuldenaar zijn zij (in beginsel) elk voor een gelijk deel van de schuld aansprakelijk zijn. Dus bij een geldschuld van € 2.000,00 en twee schuldenaren kan de crediteur van elk van hen slechts € 1.000,00 vorderen. Als er sprake is van hoofdelijkheid kan de crediteur van elk van de schuldenaren echter betaling van het volledige bedrag eisen. Dat is voordelig voor de crediteur. Is er geen hoofdelijkheid en een van de schuldenaren kan niet betalen dan krijgt de schuldeiser slechts € 1.000,00. Als er hoofdelijkheid is en de andere schuldenaar biedt wel voldoende verhaal dan krijgt de crediteur wèl de volledige € 2.000,00.

Wanneer is sprake van hoofdelijkheid, van hoofdelijke aansprakelijkheid van schuldenaren? Dit kan voortvloeien uit een wettelijke bepaling, een gewoonte, maar kan bijvoorbeeld ook contractueel worden overeengekomen. Zo zijn bijvoorbeeld de vennoten van een VOF hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de VOF. Ook als er een schadevergoedingsplicht is waardoor twee partijen verplicht zijn dezelfde schade te vergoeden is er hoofdelijke aansprakelijkheid van deze partijen. Dit zijn voorbeelden van gevallen die voortvloeien uit de wet. Daarnaast kan contractueel, bijvoorbeeld in een akte van geldlening met meerdere schuldenaren, hoofdelijke aansprakelijkheid van deze schuldenaren worden afgesproken. 

Als één van de hoofdelijke schuldenaren de crediteur (volledig) voldoet is de crediteur voldaan en heeft deze ook niets meer van de andere schuldenaar te vorderen. Of de schuldenaar die volledig heeft betaald recht heeft op een vergoeding van de niet-betaald hebbende schuldenaar (zogenaamd regres) is afhankelijk van hun onderlinge rechtsverhouding. Uitgaande van voormeld voorbeeld kan de schuldenaar die volledig heeft betaald doorgaans regres nemen voor een bedrag van € 1.000,00.

Uit het bovenstaande blijkt dat het zowel voor een crediteur, als voor een schuldenaar belangrijk kan zijn om te weten of sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid. Als u vragen heeft over dit of andere juridische onderwerpen kunt u vanzelfsprekend contact met mij opnemen.

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist.

Categorieën
Columns

Contract is contract. Is dat zo?

Ja, de wet gaat daar wel van uit. Als een contract door de partijen is getekend, dat levert dat in beginsel dwingend bewijs op dat de contractuele afspraken aldus zijn gemaakt. Maar wat te denken van het volgende geval: een contract besloeg twee pagina’s. Op de tweede pagina stond slechts één contractbepaling, waarna de afsluiting volgende in de vorm van de handtekening van de partijen (X en Y). De eerste pagina van het contract, waar de belangrijkste afspraken op stonden, was door X en Y niet getekend of geparafeerd.

X stelde op basis van het contract (met name de bepalingen op de eerste pagina daarvan) een vordering in tegen Y. Y stelde dat zijn handtekening (op pagina 2) wel juist was, maar dat de eerste pagina van het contract niet de juiste pagina was. Er zouden andere afspraken zijn gemaakt. De vraag die bij het gerecht voor lag was of in dit geval Y moet bewijzen dat de eerste pagina van het contract niet de juiste is, of dat X, die zich op het contract (dus ook de eerste pagina) beriep moet bewijzen dat de eerste pagina wel degelijk de bij het contract behorende eerste pagina is. 

Omdat de eerste pagina van het contract niet was getekend of geparafeerd heeft het gerecht uitgemaakt dat X moet bewijzen dat de eerste pagina de originele pagina is die bij het contract behoort. Als X dit niet kan bewijzen (en daar ziet het naar uit) dan gaat zijn zaak tegen Y “de mist in”. 

Dit probleem zou zich voor X niet hebben voorgedaan als ook de eerste pagina door hem en Y was getekend of geparafeerd. In dat geval zou Y degene zijn geweest die da moeten bewijzen dat de eerste pagina niet de originele bij het contract behorende pagina is. Dat zou voor Y bijzonder lastig zijn geweest gezien zijn paraaf of handtekening op de bewuste eerste pagina.
 

De wijze les: onderteken of parafeer een contract en de eventuele bijlagen steeds op elke pagina, zodat u later niet voor verrassingen komt te staan. Als u een paraaf heeft die gemakkelijk is na te maken, voorzie dan elke pagina in plaats daarvan van uw handtekening.

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist. 

Categorieën
Columns

Uitleg door de rechter; contra proferentem regel

In mijn columns heb ik regelmatig gewezen op het feit dat het, wanneer u als ondernemer goederen of diensten verkoopt, het verstandig is dat u op de overeenkomst algemene (verkoop)voorwaarden van toepassing verklaart. Het zal u bijvoorbeeld als leverancier van computercomponenten maar gebeuren dat na installatie in tal van computers blijkt dat deze niet in orde zijn. De schade kan dan gigantisch zijn. In algemene voorwaarden komt doorgaans een beding voor waarbij de leverancier zijn aansprakelijkheid voor dit soort gevallen uitsluit of beperkt. Maar wat nou als een dergelijk beding (of een ander beding) in algemene voorwaarden niet precies genoeg is geformuleerd, zodat het voor meerderlei uitleg vatbaar is? Hoe gaat een rechter daarmee om?

In dit verband is de rechter wanneer de klant een consument is – iemand die niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf – verplicht de zogenaamde “contra proferentem” regel te hanteren. Deze komt er op neer dat als een beding in de algemene voorwaarden voor meerderlei uitleg vatbaar is, de rechter die uitleg dient te kiezen die het meest gunstig is voor de klant. U staat als ondernemer in een dergelijk geval dus van meet af aan “op achterstand”.

Maar wat nu als u als leverancier niet levert aan een consument maar aan een bedrijf (B2B). Geldt deze regel dan ook? Hier is de rechter niet verplicht de contra proferentem regel te hanteren, maar uit rechterlijke uitspraken blijkt dat deze regel ook in B2B relaties wordt toegepast, met name wanneer de leverancier een kennisvoorsprong heeft op de klant. Denk in dit kader bijvoorbeeld aan het geval dat een fietsenmaker aan een aannemer opdracht geeft om een bedrijfspand te bouwen. De fietsenmaker weet ongetwijfeld alles van fietsen, maar weinig of niets  van bouwen. Een onduidelijkheid in de algemene voorwaarden die de aannemer hanteert, zal dus meestal in het voordeel van de fietsenmaker worden uitgelegd. Toepasselijkheid van de regel ligt daarentegen minder voor de hand wanneer twee bedrijven die in dezelfde branche opereren met elkaar in de branche gebruikelijke overeenkomsten afsluiten. 

Ik merk tenslotte nog op dat de regel niet alleen wordt toegepast bij de uitleg van algemene voorwaarden, maar ook bij contracten in het algemeen: onduidelijkheden in het contract worden doorgaans ten nadele van de opsteller van het contract uitgelegd. 

Het komt er dus op aan dat u als verkoper/leverancier de tekst van de bepalingen in uw algemene voorwaarden, maar ook de tekst van uw contracten zodanig duidelijk formuleert dat over de uitleg daarvan geen misverstand kan bestaan. Is de formulering niet “precies” genoeg dan kan het dus voorkomen dat u alsnog “het schip in gaat”, mede omdat de rechter de contra proferentem regel moet of zal hanteren.

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist.

Categorieën
Columns

Conservatoir beslag

Als u een debiteur heeft die uw factuur niet betaalt, dan kunt u pas via een deurwaarder betaling afdwingen als u na een (incasso)procedure een vonnis krijgt waarin uw debiteur is veroordeeld tot betaling. Maar dan bent u er nog niet want er moeten wel vermogensbestanddelen van de debiteur zijn waarop u (executoriaal) beslag kunt laten leggen. Zijn deze vermogensbestanddelen er niet of zijn deze u niet bekend dan zit u alsnog met lege handen.

Conservatoir (bewarend) beslag is beslaglegging op vermogensbestanddelen van uw debiteur vóórdat u over een veroordelend vonnis tegen uw debiteur beschikt. Dit beslag voorkomt dat uw debiteur tijdens het voeren van een (incasso)procedure zijn vermogensbestanddelen wegsluist. Er zijn dan dus, als uw debiteur tot betaling wordt veroordeeld, vermogensbestanddelen waarop u uw vordering kunt verhalen. Er is ook nog een bijkomend voordeel van dit beslag. Als bijvoorbeeld beslag wordt gelegd op het banksaldo van uw debiteur of onder een klant van uw debiteur die uw debiteur nog een behoorlijk bedrag schuldig is, dan draait u als het ware de geldkraan voor uw debiteur dicht. Door deze pressie kan uw debiteur wellicht worden overgehaald om u toch maar gauw te betalen, zodat een (incasso)procedure niet nodig is.

Voor het leggen van conservatoir beslag is verlof nodig van de voorzieningenrechter van de rechtbank. Het verzoek daartoe moet door een advocaat worden ingediend. In de meeste gevallen wordt de debiteur niet door de rechter gehoord. De procedure is relatief simpel en snel en vergt hooguit enkele dagen. Voorschrift is doorgaans wel dat u binnen een bepaalde periode (meestal 14 dagen) na beslaglegging een (incasso)procedure tegen uw debiteur start.

Zowel bedrijfsmatige als particuliere schuldeisers kunnen conservatoir beslag laten leggen. Het beslag kan niet alleen worden gelegd in verband met onbetaalde facturen, maar ook voor andere vorderingen, zoals niet betaalde huurtermijnen, geldleningen, schadevergoedingen.

Het conservatoir beslag kan worden gelegd op bijvoorbeeld banksaldi, onroerende zaken (bedrijfspand, particuliere woning), contant geld, een auto, aandelen, roerende zaken (bijvoorbeeld inboedels of bedrijfsinventarissen), levensverzekeringen en vorderingen die de debiteur op derden heeft, zoals op zijn klanten. Voorwaarde is natuurlijk wel dat het vermogensbestanddelen van uw debiteur dienen te zijn. Op sommige vermogensbestanddelen van uw debiteur kan geen beslag worden gelegd zoals bijvoorbeeld zorgtoeslag, kinderbijslag, studiefinanciering.

Soms is voorschrift dat een debiteur wél door de rechter moet worden gehoord. Dat is bijvoorbeeld het geval als uw wenst dat ten laste van uw debiteur loonbeslag wordt gelegd, of als u de handelsvoorraad van uw debiteur in conservatoir beslag wil laten nemen. 

Al met al kan conservatoire beslag een goed middel zijn om uw juridische positie tegenover uw debiteur te versterken. Heeft u hierover vragen of wil u conservatoir beslag laten leggen dan kunt u contact met mij opnemen.

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist.