Categorieën
Columns

Het concurrentie- en relatiebeding

Wat is het verschil tussen een concurrentie- en een relatiebeding in een arbeidsovereenkomst. Een concurrentiebeding verbiedt uw werknemer een bepaalde periode na afloop arbeidsovereenkomst bij uw concurrenten in dienst te treden of zelf een concurrerend bedrijf te starten. Een forse beperking dus om elders aan de slag te gaan. Een relatiebeding lijkt hierop maar gaat minder ver: de werknemer mag wel in dienst treden bij een concurrent of een concurrerend bedrijf starten, maar mag geen klanten of relaties van u benaderen. Op overtreding van deze bedingen staat vaak een forse boete.

De rechter kan op verzoek van de ex-werknemer deze bedingen geheel of gedeeltelijk vernietigen, bijvoorbeeld voor de geldingsperiode of de boete. Omdat een concurrentiebeding zwaarder drukt dan een relatiebeding, zal een relatiebeding de ex-werknemer minder snel aanleiding  geven voor een dergelijk procedure dan wanneer sprake is van een concurrentiebeding. Een concurrentiebeding biedt de werkgever echter een bredere bescherming. De werkgever zal dus een keuze hebben te maken welk beding hij kiest. Wordt geen concurrentie- of relatiebeding overeengekomen dan kan de werkgever er in beginsel weinig tegen doen als een werknemer met diens relaties aan de haal gaat.

Een concurrentie- of relatiebeding moet schriftelijk worden overeengekomen met een meerderjarige werknemer. Het moet een duidelijk periode vermelden waarin het geldt. In tijdelijke arbeidsovereenkomsten kunnen de bedingen alleen worden opgenomen wanneer sprake is van  zwaarwegende werkgeversbelangen, die schriftelijk bij het beding dienen te zijn toegelicht. De bedingen vervallen wanneer het eindigen van de arbeidsovereenkomst met de werknemer een gevolg is van een ernstig verwijtbaar gedrag van de werkgever. Ook kan de rechter aan de werkgever een vergoeding opleggen als het beding de ex-werknemer te zeer beperkt om elders aan de slag te gaan.

Deze bedingen komen in vele vormen (ook mengvormen) voor. Zij zijn binnen de grenzen van de wettelijke eisen op maat te maken en moeten juridisch zeer nauwkeurig wordt geformuleerd, omdat bij geschil de letterlijke tekst van het beding door de rechter wordt getoetst. Een gebrekkige formulering kan de werkgever duur te staan komen.   

Van den Assem Advocatuur heeft ruime ervaring met het opstellen van deze bedingen en het voeren van procedures daarover. Indien een dergelijk kwestie bij u speelt sta ik u graag bij.  

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist.

Categorieën
Columns

De arbeidsovereenkomst en intellectuele eigendomsrechten

Vernieuwing en innovatie liggen ten grondslag aan bedrijven die zich succesvol ontwikkelen. Het zijn in veel gevallen – daartoe door de directie gefaciliteerd – de werknemers van die bedrijven die vanuit hun creativiteit die vernieuwing en innovatie vorm geven. Aan wie komen echter de rechten daarop toe: aan de werknemer of aan de werkgever (het bedrijf)?

Vaak gaat in dit soort gevallen om het auteursrecht, dat is geregeld in de Auteurswet (AW). Auteursrechten hebben bijvoorbeeld betrekking op teksten, gebruiksaanwijzingen, brochures, video’s en ander promotiemateriaal, foto’s, tekeningen, apps en software. In het jargon van de AW worden dit “werken” genoemd en om auteursrechtelijk beschermd te zijn (bijvoorbeeld bescherming tegen namaak) dienen deze werken een eigen oorspronkelijk karakter te hebben en het persoonlijk stempel van de maker te dragen. De AW bepaalt dat het auteursrecht toekomt aan de maker van deze werken, hetgeen dus in beginsel de werknemer is die deze heeft gemaakt. Betekent dit dan echter dat de werkgever het nakijken heeft? Gelukkig niet want in artikel 7 van de AW is bepaald dat als de taakomschrijving van een werknemer mede omvat het maken van bepaalde werken (bijvoorbeeld het schrijven van computerprogrammatuur), niet de werknemer maar de werkgever wordt  aangemerkt als de maker van deze werken, waardoor de werkgever alle auteursrechten heeft.

Maar als een werknemer, zonder dat dit tot zijn taak behoort, tijdens werktijd bijvoorbeeld een bedrijfsmatige app ontwikkelt? Het auteursrecht komt in een dergelijk geval niet toe aan de werkgever, terwijl dit wel gewenst kan zijn omdat hierin bedrijfsgevoelige informatie van de werkgever kan zijn verwerkt. Om die reden is het verstandig om in arbeidsovereenkomsten met werknemers steeds een Intellectueel Eigendomsbeding op te nemen. In een dergelijke contractuele bepaling is geregeld dat werknemers zich op voorhand verplichten tot het overdragen van intellectuele eigendomsrechten aan de werkgever. Onder intellectuele eigendomsrechten wordt overigens niet alleen het auteursrecht verstaan, maar bijvoorbeeld ook het octrooirecht. Wanneer een werknemer tijdens werktijd een uitvinding doet, kan de werknemer op grond van het Intellectueel Eigendomsbeding worden verplicht eraan mee te werken dat terzake van die uitvinding een octrooirecht wordt gevestigd op naam van de werkgever.

Als u vragen over dit onderwerp heeft of een intellectueel eigendomsbeding in uw arbeidscontracten wenst op te nemen kunt u contact met mij opnemen.  

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist. 

Categorieën
Columns

Aansprakelijkheid in sport en spelsituaties

Sport en spel bieden ontspanning. Sport en spel zijn echter niet zonder risico’s. Ik laat dit zien aan de hand van een incident op een golfbaan. Golfballen die zijn (af)geslagen kunnen een snelheid van ca. 100 km per uur bereiken. Krijgt u deze op uw lichaam dan kan aanzienlijke (letsel)schade hiervan het gevolg zijn. Als u een afzwaaier produceert en iemand raakt bent u dan voor de schade aansprakelijk? Of als u geraakt wordt heeft u dan aanspraak op schadevergoeding?

Het incident gebeurde op een onoverzichtelijke hole: vanaf de afslagplaats (tee) was door glooiing in het landschap de baan niet volledig te overzien. Halverwege de hole was daarom een bel geplaatst. De spelers konden hiermee de achteropkomende flight waarschuwen dat veilig kon worden afgeslagen. Bij de tee box was een bord aanwezig met de tekst “Please wait with your tee-off for the bell to ring 3 times.” Tijdens een toernooi sloeg een flight op de bewuste hole af. Toen deze nog in de baan liep kwam de volgende flight. Deze zag niemand op de hole en sloeg af. De bel had niet geklonken. Een drive raakte een nog op de hole aanwezige speler op het hoofd met oogletsel als gevolg. Was degene die aldus afsloeg aansprakelijk voor de schade?

Bij sport- en spelsituaties (dus niet alleen bij golf) geldt juridisch een zogeheten “verhoogde aansprakelijkheidsdrempel”. Spelers dienen in spelsituaties steeds rekening te houden met soms “slecht gecoördineerde, verkeerd getimede en onvoldoende doordachte handelingen” van hun medespelers. Dit betekent dat in geval van (letsel)schade bij de beoefening van een sport minder snel aansprakelijkheid wordt aangenomen. Volgens de Hoge Raad levert een bepaalde gedraging pas aansprakelijkheid op als deze “buiten de normale beoefening van het spel valt en een grove onzorgvuldigheid oplevert”.

Deze zaak diende voor de rechtbank Amsterdam, die oordeelde in het voordeel van het slachtoffer. Het belsignaal had moeten worden afgewacht. Dit was immers bedoeld om ongelukken als het onderhavige te voorkomen. De boodschap bij sport en spel is dus duidelijk: houdt u aan de spelregels! Dit geldt overigens ook voor slachtoffers! Als u dat niet doet en daardoor schade oploopt  is de kans groot dat deze voor uw eigen rekening blijft!

Heeft u ook een aansprakelijkheidskwestie (ook als bedrijf), aarzel dan niet om mij in te schakelen. Ik sta u graag bij.

Hans van den Assem Advocatuur.

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist.